Voordat ik wegging heb ik lang getwijfeld of ik een nieuwe fiets zou kopen. Een racefiets of een hybride met lock-out voorvork, zodat er niet teveel energie verloren gaat als je een bergop fietst en even wilt staan op de pedalen. Uiteindelijk niet gedaan.

Ik heb een Gazelle Puerto, een crossmodel van een jaar of 10 oud. Een crossmodel is een kruising tussen een racefiets en een mountainbike. Stevig frame, ossekopje, maar niet al te dikke banden. Vrienden die mountainbiken of wielrennen zeggen dat het een fiets is voor mensen die niet weten wat ze willen. Ik weet het niet, maar ben er wel blij mee. Zo’n racefietsje vind ik wat kwetsbaar en voor een mountainbike fiets ik teveel over de weg.

Tijdens onze strandweek in Kato Gatzea moest ik even een rondje fietsen om mijn schuldgevoel weg te trappen. De Pilion is een bergrug die redelijk steil uit zee oprijst. Ik wist dus dat ik omhoog moest, terwijl ik dit jaar nog maar weinig kilometers getrapt heb. ‘Maar hee, ik heb al een twee keer de Mont Ventoux bedongen, dan krijgt zo’n grieks heuveltje mij toch niet klein?’ Dacht ik de dag voordat ik omhoog zou gaan.

Maar bij het opstaan had ik al zo’n onbestemd voorgevoel. De eerste keer weer hardlopen of bergop fietsen valt altijd tegen. Dus ik moest opeens nog van alles doen; zadel nog wat hoger, bidonnetje vullen, kettinkje smeren, remmen stellen, Snelle Jelle in het zadeltasje, helm en bril op, toch nog ff naar de WC, helm en bril weer af… Ik stond te trutten als een oud wijf. Voordat ik al mijn moed en fietsspullen bij elkaar geraapt had was het een uur of 11 en zo’n 25 graden.

En daar ging ik, paar kilometer licht bergaf. En dan 12 km bergop. Mijn hartslag zat na 2 kilometer al in m’n keel. De weg had daar geen boodschap aan en steeg lekker door, procentje of 9, de zweetdruppels liepen door m’n wenkbrauwen en het zout prikte in m’n ogen. Een beetje vaseline in de wenkbrauwen had dan nog wat nuttig getrut geweest…

Nog voor het eerste van de drie geplande bergdorpjes (Milies) had ik mijn laatste verzetje bereikt. Tempo was gedaald van 12 naar 7 kilometer per uur. Fietsen sloopt mij altijd heel langzaam, maar dit ging toch best snel. Ik zag een paar zwarte vlekken en balend en bijna hyperventilerend stapte ik middenin een haarspeldbocht af en wankelde de berm in. De Griekse yoghurt van die ochtend kietelde mijn huig en ik ging zitten op een steen in de schaduw. Na een paar minuten was mijn hartslag gedaald, had ik een halve bidon water gedronken en stapte ik weer op. Zo ben ik voor elk dorpje even de berm in gezwalkt voordat ik uiteindelijk het hoogste punt bereikte.

Maar dan is het tijd voor het leuke deel, de afdaling. Ik moest alleen nog even de juiste weg vinden op mij Iphone, dat was wat mij betreft de weg die afdaalde en waarbij ik zonder nog een meter te hoeven stijgen op de camping zou komen. Nu kun je op een Iphone met Google Maps perfect zien waar je bent en welke weggetjes je kunt nemen, je kunt alleen net niet zien of er asfalt ligt of niet. In plaats van dat ik met de wind door m’n helm naar beneden suisde heb ik dus 15 kilometer lang over een karrespoor met keien gedaald, remmen knijpend op te harde banden, stuiterend door te steile haarspeldbochten.

Na die rit heb ik nog meer respect gekregen voor mensen die volgende week meerdere keren de Alpe d’Huez op gaan fietsen om geld op te halen voor het KWF. Mensen zoals vader Herman (63) en vriend Maarten. Ze zijn al maanden in training en inmiddels kilo’s afgevallen om al die haarspeldbochten door te komen. Steun ze nog ff voor dit goede doel!

One Comment

  1. mieke en de rest

    Haha wat een geweldig verhaal weer zeg. probeer t anders weer eens met hardlopen…
    misschien gaat dat je beter af.
    tot volgende week!!