‘Look it’s a boy!’ Met een grote grijns wijst Andreas de plek aan waar ooit het geslachtsdeel moet hebben gezeten. Hij heeft zojuist zijn eerste geheim aan ons prijsgegeven. De naam van het dorp Askas komt van Askous. Dat is de huid van een geit (of bok…) die vroeger gebruikt werd om wijn in te vervoeren. In de donkere brouwkelder haalde hij uit een grote kruik nog een exemplaar tevoorschijn. Tussen de achterpoten is inderdaad een kleine uitstulping te zien.

Publieke brouwplaatsen

Askas ademt wijn. Rondom het bergdorp liggen druivenveldjes. Iedere familie heeft zijn eigen veldje en maakt zijn eigen wijn. In het dorp zijn zelfs publieke brouwplaatsen waar je als familie je druiven kan omtoveren tot wijn. Andreas heeft die niet nodig. Lopend door het dorp roken we de zoete wijnadem opeens heel doordringend. Deze bleek afkomstig uit zijn ketel, die staat in de deuropening van een schuur waar we langs lopen.

Koperkleurige kruiken afgedekt met kartonnen zakken

Hij nodigt ons uit om binnen te komen in de donkere ruimte. De zoete wijngeur is doordringend en vermengd met die van brandend hout. Als onze ogen gewend zijn aan het donker zien we grote koperkleurige kruiken afgedekt met kartonnen zakken, blauwe plastic vaten en stapels emmers. In de muur vierkante gaten met een verzameling stoffige wijnflessen. Overal staan gereedschappen en lopen leidingen. Hier wordt gewerkt.

‘It’s my hobby’

‘It’s not my work, it’s my hobby’. Andreas is restauranthouder en levensgenieter. Hij legt uit dat hij wijn maakt volgens de oude methode, waarbij hij geen gebruik maakt van filters. ‘Filters are quick but take away the heart of the wine’. Het sap en velletjes van de druiven gaan samen in de grote kruiken en hij wacht net zo lang tot alles bezonken is. Vervolgens maakt hij gebruik van een pomp om de zuivere bovenste laag over te hevelen naar een volgende kruik.

‘You want to taste? It’s 53% alcohol’

‘Look I’ve got another secret!’ Tijd voor het volgende geheim. Uit een houten kistje tovert hij een flesje met doorzichtige vloeistof. ‘It’s my water of life. You want to taste? It’s 53% alcohol’ We hebben net ontbeten, dus waarom niet? Waar we een soort scherpe whisky verwachtten glijdt een verrassend zoet drankje naar binnen. Het is het zuivere destillaat van de alcohol. Andreas leegt het glaasje in één keer en kraakt met zijn handen twee walnoten die na het drankje gegeten horen te worden. ‘Hoe zoeter dit drankje, hoe gevaarlijker’ legt hij uit. ‘Als je er teveel van drinkt kan je slokdarm verbranden.’ Dat is geen geheim.

Comments are closed.