We hebben nu al spijt dat we niet een half jaar in Griekenland zijn. Waarom wisten wij vooraf niet dat het vasteland zo mooi was? Wat we wisten was dat het niet de witte huisjes met blauwe kozijntjes waren die we kenden van het eilandhoppen in de Cycladen, hiervoor in de plaats hadden we zelf ingevuld dat het voornamelijk bestond uit kale bergen, een redelijk beperkte natuur met een paar mooie baaitjes en opgravingen uit de oudheid

Maar niets is minder waar. We rijden door de meest fantastische landschappen, variërend van tropische baaien met palmbomen en witte stranden, tot ruige rotsmassa’s die recht uit zee opduiken en die de branding tevergeefs probeert te slopen. Van vruchtbare valleien boordevol olijf-, sinaasappel- en citroenbomen tot besneeuwde bergtoppen waar je op sommige plaatsen zelfs kunt skiën.

We zijn net terug van een bezoek aan Delphi. Hier hield enige tijd geleden het orakel van Delphi zitting in de Tempel van Apollo. Specialiteit van het orakel was de toekomst voorspellen, met name de uitslag van veldslagen. Niet te verwarren met die Duitse Octopus. Na Olympia, Epidaurus en Mistras was dit de 4e plek waar we opgravingen uit de Griekse oudheid hebben bewonderd. Onze eerste voorzichtige conclusie: Het was me het volkje wel.

Maar wat deze opgravingen extra bijzonder maakte was de natuur eromheen. Vooral in Olympia en Delphi werden de opgravingen omgeven door bloeiende bloesem, statige cypressen, klaprozen en alles wat de lente hier nog meer te bieden heeft. De combinatie van de machtige pilaren en tempels en het frisse groen levert mooie plaatjes op.

Verder is het de kunst om bij die opgravingen een beeld te krijgen hoe het er vroeger heeft uitgezien, wat voor mensen er leefden, wat ze deden. Dan komt die hoop stenen pas tot leven. Die kennis bezitten we van onszelf onvoldoende, maar er werd ter plekke ook niet veel aan gedaan om ons daarbij te helpen. Met huidige technieken moet daar meer uit te halen zijn, dat had de ervaring nog mooier gemaakt.

Vanuit ons paradijselijke plekje in Igoumenitsa zijn we vertrokken richting Lefkas. Een schiereiland dat aan het vasteland vastzit met een wel heel bijzondere verbinding. Een oude veerboot fungeert als brug. Je rijd dus als het ware door de boot heen naar de overkant. Als er eens een bootje door moet gaan de voor en achterklep dicht en draait de boot een kwartslag. Creatief met kurk is er niets bij.

Op Lefkas hadden we moeite een camping te vinden die al open was. Het seizoen begint daar pas in mei. Door de crisis is er verder weinig toerisme buiten de vakanties en dat maakt dat plaatsjes die ingesteld zijn op veel toeristen een heel trieste, verlaten indruk maken. Als het dan ook nog een beetje regenachtig is, is er helemaal niemand op straat en zou Stephen King er een prima bestseller kunnen schijven.

We zijn een paar dagen op Lefkas gebleven. Een zeer bergachtig eiland met afgelegen baaien, steile wegen ernaartoe en een aantal spookstadjes. We hadden wel weer een geweldig uitzichtplek, waar we vanaf onze campingplek uitkeken op de baai met vissersbootjes die vooral ’s nachts bleken te vissen.

Vanuit Lefkas wilden we met de veerboot naar Kefalonia. Onze pogingen de veermaatschappij te bereieken waren mislukt, maar op internet hadden we gezien dat hij zou moeten varen. Op de zaterdag voor (Orthodox) Pasen reden we dus ’s ochtends vroeg naar het spookstadje waar de boot, de Captain Aristides, zou moeten gaan. En gelukkig daar lag de Captain, een middelgrote veerboot, ongeveer hetzelfde type dat aan de andere kant van het eiland was afgeserveerd tot brug. Alleen was er in geen velden of wegen ook maar iemand te bekennen.

Tien minuten voordat de boot zou vertrekken stopte er een autootje. Een Griek in een oude legeroutfit liep de boot op. Hij sprak geen Engels, maar uit zijn golfgebaren konden we afleiden dat ze het weer nog even zouden bekijken, alvorens duidelijk zou worden af ze uit zouden varen. Later arriveerden er nog 2 Griekse mannen, waarvan 1 met een echte kapiteinssnor, en na een kwartier rijp beraad besloten ze dat het vandaag toch te slecht weer zou zijn om de overtocht te maken.

We baalden daar wel van, we verdachten ze van een soort Jiskefet-sketch om de enige passagiers ervan te overtuigen dat het te ruig was op zee. Om vervolgens weer lekker tegen de besnorde Griekse vrouw aan te kunnen kruipen. Maar anderzijds wilden we ook niet het risico lopen dat onze Sjaan een zwaan zou worden. We besloten ter plekke om via de brugboot aan de andere kant van het eiland terug naar het vasteland en vervolgens zuidwaarts te rijden richting het plaatsje Glyfa op de Peloponnesos.

Dat ze geen sketch hadden opgevoerd bleek die dag zeker. Langs een bij goed weer ongetwijfeld schitterende kronkelige kustweg, die af en toe een bergpas oversteekt reden we richting zuiden. De ene na de andere onweersbui denderde vanaf zee het land op. Het slechte zicht tijdens de hagel- en de regenbuien deed de meeste Grieken besluiten om op de rijbaan maar even stil te staan, de knipperlichten aan te zetten en te wachten tot het overging. Tot het droog is dan zitten ze weer op je bumper.

In Glyfa was het droog, werden we hartelijk ontvangen en gelijk uitgenodigd voor een gezamenlijke paaslunch met de hele camping. Pasen is voor de Grieken nog groter dan Kerst. Het is traditie om dan samen met familie, of in dit geval je campinggasten, lamsvlees te eten. In Glyfa werden we overigens nog een keer uitgenodigd door Panos, een jongen die we op de boot hadden leren kennen. Hij heeft ons veel verteld over de impact van de crisis op de Grieken. Meer hierover in een apart verhaaltje.

Via Olympia zijn we naar Koroni gereden. Een van de oudste Griekse stadjes, mooie op landtong gelegen met als pronkstuk een Ventiaans Fort, nu fungerend als klooster. Hier stonden we alleen op de camping, maar voelden we het elke dag warmer worden. Heerlijk genoten van de zon, het lekkere eten en een onverwachte ontmoetingen met Rachel en een afwashagedis.

In Mistras kampeerden we tussen de sinaasappels en olijven en hebben we de opgravingen bekeken. De 80-jarige campingbaas probeerde Sabine te versieren door haar eerst te dompelen in Ouzo en vervolgens de BBQ te laten zien. Recht op zijn doel af, die oude baas.

Echt zomer werd het pas in Vivari, een klein vissersdorpje, waar we een camping vonden met een privestrandje, 180 graden uitzicht op zee en de bergen en elke avond een fantastische zonsondergang. Rode wijn werd vervangen door bier, de zonnebrand en zwembroeken kwamen tevoorschijn en voor het eerst zaten we buiten tot ’s avonds laat. Het werd een plek waar we bijna een week hebben gestaan en waar we nooit meer weg wilden.

5 Comments

  1. Leuk, zo’n verslag. Op onze website kan je ook nog wel wat ideeen opdoen.

    Prettige vakantie nog.

  2. Anja en Bert Ket

    Leuk jullie verslagen en foto’s, soms herkenbaar, wij zijn vroeger meerdere keren in Griekenland geweest.
    Zet ons maar op je maillijst als je wilt.
    Heel veel plezier, ook met de kleine spruit en succesvolle reis verder!

  3. Wat een leuke verhalen, lees ze met plezier. Mooie reis hoor, dat is genieten! Veel plezier verder.

  4. Dineke Venekamp

    Hoi Sander,

    Leuk dat jullie zo genieten van Griekenland. Ik heb niets teveel gezegd hè. Ben benieuwd of jullie ook nog in de Zagori zijn geweest bij de Vikos kloof. Zelf net terug van een weekje West Kreta: weet niet of dat nog op jullie programma staat. De meest westelijke stad Chania is een aanrader. Op de Peloponnisos zijn ook nog wel wat pareltjes te vinden: Monemvassia en natuurlijk het onverschrokken Mani.

    Geniet ervan!

    Groet, Dineke

    • Hoi Dineke,
      Je hebt zeker niets teveel gezegd. We gaan hier zeker nog een paar keer terug komen. Vikos kloof hebben we gezien, maar te kort om de Zagori goed te bekijken. De andere twee en Kreta moeten we een volgende keer doen, vertrekken morgen richting Italië.
      Groet,
      Sander