Wandelen met kinderen op Corsica
‘Wij Abbessen hebben ballonkuiten. Daarmee loop je niet, daarmee vlieg je de berg op!’ Ik zie ze zo weer voor me, de trots van de familie, stevig aangesnoerd in zware Meindl-bergschoenen. Iedere stap is raak. Moeiteloos vinden zijn voeten precies de keien die wél vastliggen. Bij elke voetafwikkeling pompen de met zonnebrandolie gesmeerde spierbundels richting knie. Alsof ze me aansporen: “Omhoog moet je, de berg op.” Zijn woorden komen weer terug tijdens onze eerste hike op Corsica. Toch was het niet dit argument waarmee mijn vader mij tot bergwandelaar maakte. Ik herinner me vooral sneeuwballengevechten in eeuwige sneeuw, het stuiteren van onze steentjes over bergmeren en gletsjerrivieren waarin mijn ballonnetjes verkrampten. Cadeautjes die ik als achtjarig, wandelend kind dankbaar uitpakte.
Fantasie op hol bij Calanches de Piana
Nova hangt vlak achter me in de draagrugzak. Zingend vraagt ze af of ze met de helikopter mee omhoog mag. Met haar twee jaar heeft ze de plaats van haar vijfjarige broertje Kai ingenomen. Hij wandelt nu achter ons. Vanuit het bergplaatsje Corte het smalle rotspad op. Onze eerste échte hike op Corsica.
We hebben een paar dagen geleden kort geoefend bij de Calanches de Piana. Rode rotsformaties die steil uit zee oprijzen en die door de zonsondergang nog roder opgestookt worden. De ondergaande zon, die lijkt te zeggen: “Ik neem even een duik, houden jullie de boel warm?” Vanaf de Tête du Chien, de hondenkoprots, vertrokken we voor een uurtje heen en terug naar een uitzichtpunt. Voor ons vooral spannend hoe onze ‘loslopende’ Kai hierop zou reageren. Nadat hij moest raden wat er om hem heen allemaal versteend was, nam zijn fantasie het over. Hij rende langs heksen- en hertenkoppen omhoog en we picknickten uitkijkend op de heldhaftige piraten van de Middellandse Zee, ver beneden ons.
Rennend door het Tavignano dal
Op de kaart zien we dat het ongeveer anderhalf uur het Tavignano-dal in is, voordat we bij een riviertje komen, ons eindpunt. Kai begint voorop. Zijn nieuwe bergschoenen aan en een Corsicaans bandana om het hoofd. Soms huppelend, soms rennend. Bij elk stap kleurt het opstuivend stof zijn sokken en schoenen iets meer dezelfde kleur. Het is warm. Een zuchtje wind laat onze zweetdruppeltjes vervliegen. Ver beneden ons lacht het riviertje verleidelijk naar ons. Onder de enkele boom die wij op ons pad tegenkomen stoppen we om wat te drinken.
Corsicaanse ballonnenzuigers
Na anderhalf uur, vlak na het eerste ‘Zijn we er al?’ ‘Ja bijna!’, splitst het pad zich. Een korte afdaling brengt ons bij een poeltjes- en poedelparadijs. Helemaal voor ons alleen. Klaar voor kleuteravontuur. Ik verken met Kai, hangend om m’n nek, zwemmend en klauterend een stuk rivier stroomopwaarts. We sissen het water in, glijden van rotsglijbanen, borrelen in bubbelbaden en verstoren verstilde, diepe poelen. We voelen onder water gevaarlijke tenenbijters, kniekoppers en ballonnenzuigers. We drogen in de zon en dromen de weg terug.
Een avontuur dat we nog steeds moeiteloos en met glimmende oogjes terughalen. Bedankt Corsica! Voor de gezamenlijke wandelavonturen van de toekomst.