Kai en Wawaf zijn onafscheidelijk. Wawaf is zijn Fisher-Price hondje. Een geel hondje met bruine oren en staart. Het hondje lacht, heeft zijn rode tong uit z’n mond hangen en heeft een blauw halsbandje om met een rood touwtje. Kai bevindt zich een groot deel van de dag aan de andere kant van het touwtje. Als hij Wawaf voortrekt op de juiste manier gaan zijn pootjes lopen, gaat hij kwispelen en komt er een geluid uit zijn mond dat op een soort keffen lijkt.

Kai praat nog niet veel, maar hij weet van elk dier feilloos het geluid dat hij maakt. Dat verklaart de naam Wawaf. Het verklaart ook waarom wij met z’n tweeën in de auto de hele tijd zitten van ‘Kijk Kai, hihiiii, beeeh of iaaa!’ En als ik dan een keer vanuit de verte een ‘Beeeh’ denk te zien en het blijkt een ‘Boeee’ te zijn, zegt Sabine tegen kai ‘Hahaa, papa is een Iaaa!’ Om maar aan te tonen dat we tussen de kinderliedjes door nog conversatie op niveau hebben.

Met een hond moet je een beetje geduld hebben. Kai doet zijn best. Af en toe geeft hij zijn fles of een stukje brood aan Wawaf. Soms een vertederende knuffel. Moeilijker wordt het als hij hem uit gaat laten. Als je namelijk te hard aan het touwtje trekt, scheef trekt of je loopt over een grindpaadje gaat het hondje onherroepelijk op zijn kant. Met z’n pootjes in de lucht, geen gekef.

Dat kan Kai niet waarderen. Hij zet hem 1 keer rechtop, maar als Wawaf het dan nog in z’n hoofd haalt om te kantelen is het klaar. We zien Wawaf van de trap stuiteren, in een zwembad plonzen of tegen een muur zweven. Maar Wawaf incasseert alles met een blijvende grijns.

One Comment

  1. mieke en de rest

    Wat een geweldige verhalen zeg. erg leuk om te lezen. geef wawaf en kai maar een knuffel xx